Op donderdag 13 april was het weer eens tijd voor een treinreisje richting Rijssen voor de halve finale van de SBO-cup. Mijn gedachten schoten gelijk terug naar 2009 (verslag zie onder). Gezien de goede herinneringen kon dit alleen maar weer een succesverhaal worden. Jürgen speelde op 1, omdat Fabian op bord 2 uiteraard weer een privéchauffeur nodig had. Bord 3 Cupido wilde niet bobben, net zoals eerste wissel Robin, Sjaak Afhaak/ assistent captain Paul ten Vergert, Non Playing Captain/ondergetekende en autoloze bord 4 Jokim, dus wij gingen met de trein, zonder Paul.
Een goede uitwedstrijd begint natuurlijk bij de reis. Paul had ruzie met de accountant en ging niet mee, Jokim was niet helemaal fit dus hij kwam ook niet. Gelukkig hadden we een wissel meegebracht, Robin zou zijn plek overnemen, maar zijn sollicitatie liep uit dus die zouden we in Almelo oppikken. Toen ik op het station aankwam, zat Cupido die verrassend genoeg een keer niet op vakantie was al lekker aan een broodje döner. Waar voor mij thuis lekker een bakje bami stond te wachten, had zijn vrouw niet eens wat voor hem geregeld, schandalig! Ik had eigenlijk maar 1 taak, bier halen, dus ik had keurig 6 beugeltjes meegenomen. Op weg naar Almelo genoten Cupido en ik van onze eerste godennectar van de avond. In Almelo, waar Bos me bijna liet schrikken terwijl ik hem al lang had gezien konden we overstappen op de trein naar Rijssen. Daar plopten we er alle drie nog een los en zo kwamen we aan in Rijssen.
Na een kleine wandeling kwamen we aan bij de speellocatie, Parochieel centrum de Rozengaarde. Deze locatie is voorzien van een mooie speelzaal met bar, waar we Jürgen en Fabian, die ook zijn eerste biertje had gevonden tegenkwamen. De interne van Rijssen was goed bezet en had maar liefst 12 partijen, daar kunnen wij nog jaloers op zijn. Veel jongen mensen, waarvan er veel nog niet lang schaakten. Mooi om te zien! Tot teleurstelling van Robin speelden wij niet in deze zaal, maar hadden wij een zaaltje boven. Maar dat we tussen 8 en 10 alleen maar kerkelijke liederen te horen kregen vanuit de oefenruimte onder ons maakte een hoop goed.
Competitieleider en tegenstander Matthias Kruimer was `s middags al erg zenuwachtig omdat hij misschien tegen zijn idool Paul ten Vergert zou mogen spelen. Hij begon mij dan ook al te appen om te kijken of hij bij mij nog wat informatie los kon wrikken. Uiteraard liet ik niks los, maar dat deze jongen er erg veel zin in had was duidelijk, dus dat was oppassen geblazen voor ons. Zeker ook omdat onze analist Jokim mij vooraf had verteld dat we uit moesten kijken voor hem en Jan-Willem Timmermans. Die speelden de vorige twee ronden op bord 2 en 3 dus ik citeer: “Misschien is het dus zund om Fabian op bord 1 te zetten.”
Ik vertrouw blind op Jokim, dus de opstelling van Rijssen was dan ook een kleine verrassing, want hun sterkste speler Jan-Willem zat gewoon op 1 tegenover Jürgen. Fabian mocht tegen op papier de zwakste tegenstander Max Hoekstra. Cupido die dit seizoen extern alles nog had gewonnen mocht tegen Matthias. Op bord 4 mocht Bos tegen Jan-Geert Meulenkolk. Op papier favoriet op 3 borden dus ik zag geen problemen. Bos en Fabian moeten winnen, Jürgen en Cupido moesten gezamenlijk minimaal een halfje halen. Ik lootte erg matig zwart op de zware borden. Dus ik hield het voor de rest van de avond maar op bierhalen.
Fabian speelde e4 c5 Le2?!, heb je liever zwart? Volgens hem is het erg goed volgens Paul niet, maar op zet 6 stond hij al +3. Jurgen opende gewoon normaal. Cupido liet bewust het typisch italiaanse geintje met een paard op g5 en een loper op f7 toe, zodat zijn Koning naar e7 moest. Als je dat al bijzonder vindt, welkom in het gekkenhuis bij Bos. Hij offerde op zet 8 zijn tweede stuk, waardoor hij optisch erg lekker staat, maar wel gewoon 2 stukken achter en volgens de pc -3. Maar het speelt erg lekker en de tegenstander moet wel consequent 1 van de beste 2 zetten vinden, anders gaat hij kapot. Dat Bos alles a tempo speelde gaf me goede moed. Ik haalde Fabians derde biertje op.
Bos was het eerste half uur meer beneden dan boven, maar op een gegeven moment moest hij in de denktank, want zover kende die de variant nou ook weer niet. Lekker zwoegen maar wel een partij om te smullen. De stelling van Cupido was te omschrijven als niet ideaal, maar goed dat hoort een beetje bij de variant. Jürgen stond gewoon solide. Fabian had de cruise control aangezet en bleef gewoon erg goed staan. Terwijl ik gehaktballen bestelde voor later op de avond, begeleidde ik Fabian naar de bar voor zijn vierde biertje.
Cupido was tot de conclusie gekomen dat hij deze variant al wel eens eerder had gespeeld en verloren, tegen de bord 1 van Rijssen en week af om een eventuele voorbereiding te voorkomen. Maar richting het middenspel was de stelling wel weer acceptabel. De tegenstander van Bos had allemaal gedwongen zetten, maar Bos was ook aan het zwoegen want hij moest ook zelf vaak de beste blijven doen, met 2 stukken minder. Fabian cruisete verder. Jurgen kwam langzaam wat minder te staan. Fabian kreeg zijn vijfde biertje terwijl er ook meerder lege flesjes rond de borden van Bos en Cupido begonnen te verschijnen. De tegenstanders gemiddeld ongeveer 2x zo jong als ons team mochten denk ik nog niet drinken, of ze wilden niet, maar genoten wel van de groene golf aan de overkant.
Terwijl ik beneden even een paar potjes snelschaken won kreeg ik voorzien van 1,5 biertje nog een biertje aangeboden van mijn tegenstander, maar Fabian kwam me al zoeken want zijn bier was op dus deze kon ik gelijk doorgeven. Toen ik weer bovenkwam, had Cupido 20 … De6 gemist die gewoon gelijk was en stond ondertussen erg slecht. Robin stond nog steeds slechter, maar de stelling was nog steeds erg complex. Terwijl Cupido, Bos en ik onze gehaktballen opaten, zagen we dat de stelling van Jürgen ondertussen ook niet erg rooskleurig was. Kortom er was nog werk te verzetten. Fabian stond nog steeds gewoon gewonnen.
Bos informeerde mij dat hij misschien een eeuwig schaak variant kon krijgen, maar dan moest Cupido wel ook remise houden, anders haalden we de 2-2 waarschijnlijk niet. Maar hij zag ook nog genoeg kans om op de winst te spelen, hij stond nog steeds 2 stukken achter. Cupido had een lastige stelling, Jürgen stond ook sowieso niet beter. Fabian kreeg zijn zevende biertje.
10 minuten later was het moment daar, dat de tegenstander van Bos zijn only move KG6 niet vond (volgens de pc +6) en opeens stond Bos gewonnen. Volgens Bos zou hij de KG6 variant ook 8 van de 10 keer van mij winnen, dat gaan we binnenkort eens proberen, maar de stelling van zijn tegenstander stond in ieder geval op instorten. Cupido mocht daarom van mij remise aanbieden, want zijn stelling was in ieder geval niet beter dan die van de tegenstander. Alleen is het vaak niet zo handig als je remise aanbied terwijl je een toren in 1 weg geeft. Matthias compleet confuus hierdoor vroeg zijn teamleider of hij remise mocht doen, die adviseerde hem door te spelen en 3 minuten later had Cupido verloren 0-1. Weg 100% externe score. Alle ogen waren nu gericht op de spektakelpartij van Bos en de taaie vechtpartij van Jürgen die ondertussen een kwaliteit achterstond. Vooraf hadden we gehoopt op snelschaken en dat was nog steeds een reële optie.
Bos had de sloopkogel losgelaten op de stelling van zijn tegenstander maar na pf3 schaak moest hij wel even goed kijken hoe hij dit moest oplossen. Bos loste het op de juiste manier op, maar dit koste wel een kwaliteit waardoor het dame toren tegen dame 2 torens was. De dame en toren van bos stonden wel op de zesde rij voor de koning van zijn tegenstander en de torens van de tegenstander op de achterste rij. Bij Jürgen leek ondanks een kwaliteit minder het gevaar ook afgewend te zijn. Fabian begon de overwinning ook te ruiken, kortom hij kon aan zijn achtste biertje. Even later gaf zijn tegenstander op en was het 1-1.
De tegenstander van Jürgen rook onheil en weigerde remise met nog 15 seconden op de klok, maar door de increment was er nog door te spelen, de stelling echter leek toch aardig remise-achtig. Fabian begon aan zijn negende biertje, terwijl Bos ondertussen met een dame tegen 2 torens en veel meer pionnen op jacht ging naar een toren of mat. De torens bleven veilig, maar mat werd het wel. 2-1. Een minuut later was de overwinning een feit. De stelling van Jürgen bleek echt remise. 2,5-1,5. BAM! Op naar de finale, Euwe thuis.
Beneden dronken we met zijn allen nog een biertje op de overwinning voordat wij ons gingen haasten voor de trein. Jürgen zijn eerste, Fabian zijn tiende. Ik overhandigde de lauwe pils bokaal, het biertje dat Bos gemist had richting Almelo aan Cupido de loser van de dag. Jürgen werd met een knap resultaat Most Valuable Player. Bos werd met zijn spektakel partij man of the Match. Fabian was gewoon goed. Na een wildplaspauze van Cupido in Almelo, konden we bij aankomst in Enschede nog net iemand midden op straat zien braken. Kortom een mooie avond!
Op dinsdag 24 februari had het A1 team van SVL het genoegen om tegen Rijssen a1 extern te spelen. Mocht deze wedstrijd gewonnen worden dan zou Lonneker kampioen van Overijssel zijn. Dit leek op papier een niet al te lastige opgave, want de vorige confrontatie met Rijssen eindigde in een genadeloze 4-0 voor SVL. Ondergetekende is officieel de vijfde reserve van ons team, maar omdat sommige mensen van de familie Edens( ik noem geen namen Maike en Melle), geen zin hadden om naar Rijssen af te reizen en omdat sommige spelers uit het team zijn gestopt bleven er van de op papier 9 spelers nog maar vier over. Dat waren onze bord 1 speler Paul ten Vergert, onze eerste reserve Robin George Bosch, onze derde reserve Frik Akkersdijk en ondergetekende. Na om half 6 last minute afgesproken te hebben om de trein van 18:01 te pakken moest ik van vretemans en tyfushard fietsemans. Dit viel nog niet mee, want ik had `s middags een kratje bier gekocht en bij Gall en Gall een fles whisky en deze moesten ook mee.
Om 1 voor 6 waren de bord 1,2 en 4 spelers present maar het wachtten was op de heer Akkersdijk. Deze kwam op het slechte idee om te gaan denken wat niet zijn sterkste punt is, want hij had de niet al te snuggere ingeving gehad om te denken dat we de trein van 19:01 zouden pakken. Nadat we hem belden besloten we om de trein van 18:31 te pakken. Hierdoor moesten wij wachten op het station, deze lastige periode zijn we doorgekomen door de eerste paar biertjes maar vast meester te maken. Toen onze laatkomer arriveerde had ondergetekende ondertussen al een supersexy carnavalsmuts van Paul overhandigd gekregen. Dit kerstbabe-achtig mutsding heb ik toen ook maar opgedaan.
Toen kwam de treinreis. Het begon ermee dat Bosch geen bier kon openmaken aan een kratje. Dus ik moest met een plastic speelgoed zwaard op dat flesje slaan terwijl Bosch het flesje vast hield. Ik sloeg nou niet bepaald subtiel op het flesje en dit bleek niet zo handig te zijn, want het flesje begon te spuiten en de hele zitting en de grond kwamen onder de pils te zitten. Hier was de conducteur niet echt blij mee en hij maakte ons er op attent dat we niet in een café waren.
Ene Ricardo besloot in de trein dat hij een date wilde met Kirsten Boddenberg (de ex van Bosch). Dus toen besloot hij haar te sms’en met het voorstel om gezellig het Oudhollands broodjes eten te gaan doen. Deze gezellige bezigheid word in Engeland ook wel sandwichen genoemd. Erik die stelde zich wel beschikbaar om te helpen met smeren. Kortom een groot genot voor madame Boddenberg. Zij heeft helaas niet tijdig een sms’je terug kunnen sturen en derhalve staat deze reactie ook nog niet in dit verslag.
De planning was dat de krat bier voor 20:00 op moest, want dan konden we de krat nog inleveren om statiegeld te incasseren. Zo gezegd zo gedaan. Van het statiegeld hebben we toen koekjes en Dickmannsen gekocht en toen kregen we nog 25 cent terug bij de kassa. We werden ook al iets minder helder, want Bosch kwam toen hij 5 meter voor de speellocatie stond tot de conclusie dat we in de straat waren waar de speellocatie was.
Toen we eenmaal in de speelzaal waren gingen we op onze plek zitten en besloot Bosch dat we de door mij uitgedachte we bieden remise op bord 2,3 en 4 aan niet uit zouden voeren, dit bleek een grote misstap van Bosch te zijn want Paul die won heel snel en hierdoor zou de overwinning al binnen geweest zijn. Ik dacht ondertussen van hmm we staan 1-0 voor. Frik moet tegen een op papier zwakkere tegenstander en Bosch ook. Dus ik bied zonder naar hun borden te kijken een supertactische remise aan terwijl ik een vrijpion meer heb. Dit nam mijn tegenstander aan. Dat het niet verstandig voor mij was om door te spelen bleek wel toen ik met snelschaken mat achter de paaltjes ging.
Ondertussen stonden Bosch en Frik ommeunig abominabel. Frik die verloor dan ook terwijl ik aan het snelschaken was en zo kwam de druk te staan op ons grote talent Robin George Bosch. Deze stond slecht, toen weer goed, toen weer slecht en ja dat werd op curieuze wijze remise en dit betekende een uitslag van 2-2 wat achteraf genoeg bleek voor het kampioenschap. Frik liet ondertussen in het voorcafe zien dat hij wel een beetje kubus kan draaien. Bosch zorgde er ondertussen voor dat het snelschaak ook in 2-2 eindigde. Conclusie: we speelden echt als een stel dweilen. Na nog een paar biertjes in het café gedronken te hebben vertrokken we maar weer een keer richting station. Hier aangekomen bleek dat we moesten wachten op de trein en dus werd het tijd voor whiskymans. Bosch die was een beetje lafjes of slim en besloot om niet mee te doen aan het drinken van dit nogal sterke drankje.
Toen de trein eindelijk gearriveerd was, besloten we dat in de trein de fles whisky op moest. Dit ging heel erg goed en de 0,7L was zo over drie kelen verspreid. Aan het einde begonnen we het allemaal wel te voelen dat we het hadden gehad, maar de fles die moest natuurlijk op. Toen we in Enschede weer uitstapten kon je op zijn zachtst gezegd zien dat we wat hadden gedronken en hiermee wil ik niet specifiek op 1 persoon duidden, maar aan Erik was het vooral heel goed te zien. Frik deed op de terugweg dan ook nog drie nadere inspecties van het asfalt en wilde een potje hints spelen, waarin hij probeerde duidelijk te maken wat hij die avond had gegeten maar wij waren te lam om deze hints aan een nadere inspectie te onderwerpen en we besloten om onze wegen maar te splitsen en op huis aan te gaan.
In de achtste finales hebben we nog een rondje kunnen sparen omdat we vrijgeloot waren, maar in de kwartfinales moesten we echt aan de bak tegen ENO, de club die ons al had uitgeschakeld in de KNSB-Beker. Doordat de competitie van de onderbond losgekoppeld is van de KNSB betekent dit, dat nu iedereen die mee mag spelen in de SOS-competitie ook mee mag spelen in de SBO-cup. Dit zorgt er voor dat de cup dit jaar een stuk sterker bezet is dan in het verleden. Ook van onze kant betekent dit dat wij opeens spelers als Paul en Alexander konden opstellen. Maar ook eerste team spelers Jokim en Arno. De voorzitter was wel een beetje zenuwachtig vooraf en merkte op dat als ENO met de sterkste vier op zou komen dat we niet eens favoriet waren.
Cupido die het niet vreemd is om in een SBO-viertallen competitie te spelen, was mooi op tijd aanwezig om onze jeugd weer een beetje wijzer te maken over het schaakspel. Arno en Jokim kwamen tijdens de jeugd binnendruppelen en Paul was zoals afgesproken keurig om 19:59 aanwezig. Er was wel enige onduidelijkheid van onze kant over de opstelling van ENO. Want de verwachte namen Mark van Essen, Johan op den Dries en Etiën Alssema waren gespot, maar wie zou er nog meer spelen. Rachel op den Dries-Heuten (1317) was ook aanwezig, maar was die nou mee als toeschouwer, of zou ze toch spelen. Dit tweede bleek waar, waardoor we opeens zwaar favoriet waren om een rondje verder te komen.
Paul kreeg op bord 1 met zwart, tegen Johan een opening met d4 f4 tegen. Paul als remise expert herkende meteen dat zijn tegenstander niet kwam om te winnen en binnen een halfuur was het dan ook remise. Binnen het uur had Arno op bord 4 ook al Remise tegen Mark van Essen. Zodat Arno na een dramatische seizoenstart extern ,1 uit 5, zijn tweede blok van 5 partijen een uitstekende score van 4 uit 5 kan bijschrijven.
Cupido die dit seizoen extern nog op 100% stond voor Lonneker, 1 uit 1, stond voor negen uur ook al erg prettig tegen Rachel op bord 2. Goed uitgerust door al zijn vakanties zou dit voor hem geen probleem moeten zijn. Cupido kwam dan ook geen moment in de problemen en pakte inderdaad ook een belangrijk puntje. Zo werd het 2-1 en dus gingen alle ogen naar het bord van Jokim.
Mocht Jokim niet verliezen, dan waren we door. Mocht Jokim verliezen dan werd het snelschaken en mocht het snelschaken ook gelijk worden dan waren we toch door op basis van een nul op een lager bord dan ENO, aangezien er dan steeds een bord wordt weggestreept in de score om de winnaar te bepalen.
Maar waarom zouden we eigenlijk gaan speculeren op een verlies van Jokim, misschien wel de meest getalenteerde speler van Lonneker, de Messi van Lonneker, hij laat het er altijd zo makkelijk uit zien. Dit seizoen tot dusverre ook nog briljant met een score van 4 uit 5 extern. Geen enkele reden om te denken dat hij zou verliezen van Alssema, waar zelfs ondergetekende en Wennink nog wel regelmatig van hebben gewonnen.
De stukken dansten dan ook weer als vanouds bij Jokim, alle stukken stonden op het juiste moment op de juiste plek. Die van zijn tegenstander niet. aan superlatieven dan ook geen gebrek in onze uitslagen app, waar updates werden gegeven. “Jokim speelt echt heerlijk, echt een masterclass! “ Het mag dan ook geen verrassing heten dat Jokim na deze partij een punt bij kon schrijven en de stand op 3-1 bracht.
Hoppa, probleemloos een rondje verder, op naar de halve finale!
Inderdaad, 6 ngbs-jes. Buiten de bekerpartij tussen Jarno en Ronald, was er namelijk het SBO-cup viertal dat wederom in de finale stond. Na een erg spannende strijd moeten we het volgend seizoen helaas zonder Cup in onze prijzenkast stellen.
Op vrijdag 3 november mocht Lonneker thuis aantreden tegen Mat-ador. Niklas, ondergetekende, Roelof en Igor moesten dit varkentje even wassen. Ondergetekende begon voortvarend en zette zijn tegenstander Peter Brouwer vanaf het begin onder druk. Mijn tegenstander maakte ook geen aanstalten naar voren te willen en met een paard dat op zet 9 naar F8 ging was het duidelijk dat er geen grote ambities bij zwart waren. Dat dit paard op F8 later mijn tegenstander fataal zou worden wist ik toen nog niet, maar het was duidelijk dat ik gewoon door moest drukken en dat er dan vanzelf wel dreigingen moesten komen. Ik had al vroeg het loperpaar dat erg actief werd, op zet 22 wist ik hiermee te oogsten. Mijn loper kon het paard op F8 slaan en hierdoor kon ik 2 pionnen winnen. Dit waren 2 verbonden vrijpionnen en mijn tegenstander geloofde wel dat ik dit kon winnen en zo stond het binnen een uur al 1-0 voor Lonneker.
Igor speelde tegen Jaap de Boer op bord 4. Hij speelde de opening niet erg sterk, maar na een afwikkeling had Igor opeens een stuk meer in een op het oog niet heel gecompliceerde stelling en de teamleider had het punt al geteld. Maar Igor is een echte liefhebber van het spel en besloot nog even door te willen schaken. Hij verloor het stuk weer terug en terwijl de teamleider even later verbaasd naar het bord keek waar nog een toren +6 pionnen tegen een toren + 6 pionnen stond, was Igor al weer bezig met winnen. Boos op zichzelf was Igor pionnen aan het snacken. Het remise-achtige eindspel veranderde heel snel en Igor had binnen no-time weer 3 pionnen meer dan zijn tegenstander op het bord. Met een leuke zet op het einde wist Igor vervolgens toren te ruilen en daarmee was de 2-0 alsnog een feit.
Op bord 3 speelde Roelof tegen Gerard Bruins. Hij wist een kwaliteit te winnen en kreeg een prima stelling. Roelof besloot heel geduldig de partij uit te tikken en toen even later zijn tegenstander nog meer materiaal weg gaf was ook het derde punt voor Lonneker een feit 3-0. De volgende ronde bereikt, uitstekend werk! Niklas was ondertussen nog bezig in een zware Partij tegen Hans Pees. Hij stond de hele partij onder druk en uiteindelijk bezweek hij ook onder deze druk. Dit zorgde voor de 3-1 eindstand. Jammer voor Niklas, maar gelukkig was de overwinning voor Lonneker al een feit.
Zo verzekerde Lonneker zich van een plek bij de laatste 8.
Gijs
Lonneker – Mat-ador 3-1
Niklas Brinkers – Hans Pees 0-1
Gijs Gerritsen – Peter Brouwer 1-0
Roelof Berkepeis – Gerard Bruins 1-0
Igor Babic – Jaap de Boer 1-0
Vrijdag stond de halve finale van de CUP op het programma. De status van de cup werd nog maar eens onderstreept door het verplaatsen van de lezing die eigenlijk gepland was vanavond.
De tegenstander: Almelo met een aantal bekende gezichten.
Op bord 1 vinden we onze Willem ‘bulty’ Bulter terug die met wit mocht aantreden tegen Klaas de Jong.
Op bord 2 mocht Gijs het met de blackies proberen tegen het supertalent Onno Elgersma.
Ikzelf speelde op 3 tegen Goswin Zeeman, ook geen onbekende, met wit.
Tot slot op bord 4 Leon tegen Erik Mijnheer.
Na een tijdje komen we bij de volgende situatie:
Willem heeft een erg prettige stelling weten op te zetten tegen de sicilicaan van Klaas, hij offert een kwal en krijgt hier meer dan genoeg compensatie voor in de vorm van vrijpionnen op de c en d lijn en een geweldige loper op b6, ondersteund door een pion op a5.
Bij Gijs gingen er al snel een boel stukken van het bord na een opening met pf3 g3 lg2 en dat soort dingen. Onno had een redelijk ver vooruit geschoven pion op e5 die geen soortgenoten om hem heen had. Gijs greep deze zwakte gelijk met beide handen aan en bouwde lekker wat druk op, wist zijn tegenstander een geisoleerde dubbelpion op de c lijn aan te smeren en leek een beduidend beter eindspel in te gaan.
Zelf bouwde ik aan een sterk centrum na een afruilfrans die allesbehalve saai was. Goswin bespeelde dit erg sterk en bouwde druk op via de e lijn waar mijn koning nog op stond. Op het moment dat ik kon rokeren moest ik wel een pion prijsgeven. Goswin wikkelde snel af naar een eindspel waarin ik een pion minder had en er zo goed als geen pionnenstructuur meer te herkennen was.
Leon speelde caro-kann (dat heeft zo’n jongen toch niet nodig) en kwam in de afruilvariant redelijk saai te staan. Leon wist zijn stukken steeds beter neer te zetten en voerde de druk via de koningsvleugel en de damevleugel tegelijkertijd op, wat een kwalwinst opleverde. Dit zag er toch wel erg goed uit.
De exacte volgorde weet ik niet meer van bord 2, 3 en 4 maar het volgende gebeurde:
Erik (Mijnheer) probeerde erg knap de stelling te compliceren en zette een koningsaanval op touw. Leon wist echter alle dreigingen te pareren en had ook de luxe hierbij wat materiaal terug te kunnen geven. Erik gaf op: 1-0.
Gijs zijn eindspel bleek zeker niet makkelijk te winnen. Hij had 2 paarden en wat pionnen terwijl zijn tegenstander juist een loper en een paard had. Het juiste winstplan voor de flexibele paarden werd gevonden, door de b pion te offeren en gelijk te blokkeren met een van z’n paarden, wist gijs de a en c pion te verbeteren tot vrijpionnen. Dit was niet meer te stoppen: 2-0.
Mijn eigen eindspel, waar de loper van Goswin in de open stelling toch veel beter was dan mijn paard, was eigenlijk al gedoemd te verliezen, maar ik bleef gewoon zetjes doen. Goswin maakte echter geen fout en wist zijn overtal aan pionnen om te zetten in te veel vrijpionnen om tegen te houden: 2-1.
Dan Willem: zijn stelling was zo goed dat het eerste biertje al in de hand werd gedrukt. Met tegenzin nam ik het aan, want in de cup weet je maar nooit. De vrijpionnen liepen snel door tot de 6e rij. Het enige gevaar kwam nog van de klok (beide minder dan 10 minuten) en de witte koning die een beetje op de tocht kwam te staan door de open g lijn. De veeltal wegen naar winst en remise werden in tijdnood echter niet gewonnen en de enige kans van zwart om aan te vallen werd niet goed gepareerd door Willem. In plaats van dat zijn tegenstander maximaal eeuwig schaak kon houden, maakte Willem het mogelijk dat de toren en dame hem pardoes mat zette: 2-2. SNELSCHAKEN dus met gewisselde kleuren.
De wedstrijdleider Robin legde eerst nog even uit, dat bij een 2-2 bij het snelschaken Almelo door was, omdat bij gelijkspel het resultaat van het laatste bord (Leon) wegvalt, wat 2-1 voor Almelo zou betekenen. Minstens 2,5 punten moesten we dus halen.
De partijen heb ik niet allemaal kunnen zien omdat ik zelf ook moest spelen, maar ik meen dat Mart er een video van heeft gemaakt.
Met zwart kwam ik net als in de lange partij van Leon in een afruilvariant van de caro-kann. Met de breekzet e5 kon ik gebruikmaken van het feit dat mijn dame op b6 al een beetje naar de witte koning keek op g1 (de witte f pion stond namelijk op f3). Ondertussen hoorde ik links naast me al een “1-0!” van Gijs. Kort daarna helaas al weer een “1-1” rechts naast me. Leon verloor. Ik bleef geconcentreerd doorspelen en wist naast materiaalwinst en een minuutje meer in tijd, ook de witte stelling binnen te dringen met torens en dame. Zodoende kon ik mijn zwakke prestatie van de lange partij weer goedmaken: “2-1!”.
Dit betekende dat, net als in de lange partij, alle druk weer op de schouders van Willem lag. Dit keer lukte het hem wel een goede stelling om te zetten tot winst, wat de eindstand opleverde: 3-1! Een gejuich ging door de IJsclub. We staan weer in de finale!
Al met al toch een echte teamprestatie. Alle spelers hebben minstens een keer gewonnen, waarbij Gijs de held is met 2 keer een punt.
Wat een thriller!
Lonneker (1820) - Almelo (1697) 2-2 (3-1)
1. Willem Bulter (1881) - Klaas de Jong (1757) 0-1 (1-0)
2. Gijs Gerritsen (1844) - Onno Elgersma (1714) 1-0 (1-0)
3. Erik Akkersdijk (1832) - Goswin Zeeman (1732) 0-1 (1-0)
4. Leon Stuij (1724) - Erik Mijnheer (1584) 1-0 (0-1)
Lonneker wint 3-1 bij het snelschaken
In de kwartfinale van de SBO-cup mocht Lonneker thuis aantreden tegen Hardenberg. Teamleider Bos, had de volgende toppers opgesteld. Op bord 1 zat Bulter, Gijsie mocht op 2, Akkersdijk kreeg nummertje 3, Stuij maakte het viertal compleet. De kleuren moesten nog geloot worden en toen dit was gebeurd ging Arie van Wageningen met wit beginnen aan bord 1, Joan Reinders pakte de blackies op bord 2, Leo Klapwijk pakte de witties op bord 3 en Rutger Hesselink pakte de zwarte stukken op bord 4.
Mijn partij verliep de eerste 10 zetten best goed, er was nog niks aan de hand. De 10 zetten daarna besloot ik echter om al mijn stukken zo slecht mogelijk neer te zetten en zonder materiaal te verliezen stond ik opeens -2 en kwam ik met schitterende manoeuvres zoals Df1- De1-Df1, omdat al mijn andere stukken slecht stonden en ook nog eens geen velden hadden. Niet veel later verloor ik een kwaliteit, maar ik stond slechts -2,5. Hij had namelijk zijn goede loper geruild tegen mijn waardeloze toren. Nu had ik in ieder geval 1 stuk minder dat slecht stond. Door deze afwikkeling kregen mijn stukken ook iets meer ruimte en lucht, maar mijn stelling was op zijn minst gezegd beroerd. De druk van de tegenstander was nog steeds groot en ik stond gewoon een kwaliteit achter.
Bulter wist al vroeg het publiek om zijn bord te trekken. Hij kwam wat moeizaam uit de opening en op een gegeven moment riep hij opeens door de zaal: “Goh, dat is echt een geniale zet”. Dit zorgde voor een schrikeffect onder de Lonnekernaren, maar het bleek te gaan om een vergiftigde loper die (gelukkig is het geen dammen) niet geslagen hoefde te worden. Ondanks dat Willem niet meer kon rokeren en zijn stelling niet heel mooi oogde was er gelukkig nog niks aan de hand.
Leon speelde net als ik een c4 systeempje en kreeg gewoon een gezonde stelling op het bord. Er werden een paar stukken geruild, waardoor Leon een dubbelpion op het bord kreeg, maar dit was verder niet heel dramatisch. Dit leek al vrij snel te gaan richting een gelijk eindspel.
Erik won in zijn partij vrij snel twee pionnen maar moest hiervoor wel zijn toren op h8 laten staan met zijn koning op g8 er naast. Zijn tegenstander had de keuze om twee pionnen terug te winnen op de damevleugel, maar besloot te gaan aanvallen op de koningsvleugel. Zo kwam Erik vrij vroeg in de partij onder druk te staan en was het niet duidelijk of het allemaal helemaal stand ging houden.
Ondertussen waren mijn stukken bezig om zich een beetje te ontwikkelen rond zet 25 (iets met gouden regels, altijd goed toch!), alleen af en toe moest er even aan de noodrem getrokken worden met mooie zetten als “pd1 dekt alles”, dit terwijl mijn andere paard na een omweggetje weer op b1 stond dus het was nog zeker niet florissant.
Willem had ondertussen een hele ingewikkelde stelling met aanvalskansen voor beide spelers, het enige nadeel was dat Willem aanmerkelijk minder tijd had dan zijn tegenstander die in de opening alles a-tempo had gespeeld. In mijn ogen kon Willem nooit echt goed staan en dat bleek uit de analyse achteraf ook wel. Maar het was zeer onduidelijk hoe de partij zich verder zou ontwikkelen.
Rond zet 30 wist mijn tegenstander niet echt waar te winnen, terwijl ik nog krachtige zetten produceerde als 31 DE2 32 DE1 33 DF1 34 H3, was mijn tegenstander ook nog niet echt tot iets concreets aan het komen. Terwijl ik ondertussen wel -3,5 stond was het nog steeds niet duidelijk waar mijn tegenstander ging winnen. Wel was duidelijk dat ik niet al te best stond.
Bij Erik was het wat minder duidelijk zijn tegenstander kwam er nog steeds niet doorheen maar Erik was ook nog niet veel opgeschoten. Mijn prognose op dat moment was 1-3. De partij van Willem stond heel interessant (0,5) Ik stond kansloos verloren (0), Erik stond nog steeds onder druk (0), Stuij stond nog steeds drawish. Dus als we nog een rondje door wilden dan moest er nog een hoop gaan gebeuren.
Erik kon ondertussen zijn stukken steeds beter coördineren en op een gegeven moment mist hij zelfs een trucje om een volle toren te winnen. Ondanks dat kwam hij toch langzaam uit de problemen. Leon had ondertussen een dame op de zevende rij geposteerd en zijn tegenstander mocht kiezen tussen mat gaan, toren verliezen of loper verliezen. Hij koos voor loperverlies, maar dit moest voldoende gaan zijn voor het punt van Stuij.
Mijn tegenstander besloot ondertussen eens wat te proberen op de koningsvleugel waar niks te halen viel en ging met zijn paard weg van f6. Dit zorgde ervoor dat mijn paard naar het “sterke veld” d5 kon, zodat mijn paard van b1 naar c3 kon. Dit zorgde ervoor dat mijn slechte stelling was opgelost, nu zat ik echter nog met het probleem dat ik een kwaliteit achter stond.
Bulter kon met een pion slaan op g3, dit was naar eigen zeggen de ommekeer in de wedstrijd, vanaf dat moment stond hij erg goed, maar hij had nog 6 minuten op de klok en de stelling was er niet makkelijker op geworden met veel aanvalskansen voor beide spelers. Uit de analyse bleek dat er heel veel interessante varianten in zaten, maar zover kwam Willem helaas niet hij miste helaas tussendoor een röntgenaanval op dame en koning en met een dame minder moest hij het opgeven. Zo kwam de stand op 0-1
Leon was verder gegaan met afruilen en hierdoor kwam hij uiteindelijk in een makkelijk te winnen stelling uit, mede doordat hij niet op zoek was naar spectaculaire voortzetting, maar het gewoon lekker zakelijk afrondde. Dit zorgde voor de 1-1.
Ondertussen begon de tijd bij mijn partij ook te tikken en zat ik in tijdnood, maar met een gezonde kwaliteit achterstand was er misschien nog wat mogelijk. Mijn tegenstander besloot me te helpen, hij liet een trucje toe waardoor ik de kwaliteit terug kon winnen. Ondertussen seinde de teamleider mij in dat remise voldoende was en dit besloot ik aan te bieden. Mijn tegenstander wilde nog even door, maar na 5x op en neer met mijn toren geloofde hij het ook wel en zo werd het een halfje, net zoals eerder dit seizoen in de promotieklasse. Een zeer onverdiend, maar ook zeer belangrijk halfje. 1,5-1,5.
De teamleider had niet voor niks lopen seinen naar mij, want Akkersdijk was definitief uit de problemen en zijn 2 extra potentiele dames, wilden graag promoveren. Deze renners waren voor zijn tegenstander niet meer af te stoppen. Dit zorgde voor de 2,5-1,5.
. –verslag vanuit ons clublokaal door Paul ten Vergert–
Lonneker en Holten hebben beide een rijke geschiedenis als het gaat om de SBO Cup winnen, beide wonnen deze namelijk al eens!
SV Lonneker (1775) - Holten (1717)
----------------------------------------------------------
1. Erik Akkersdijk (w) (1842) - Gerrit Luggenhorst (1829)
2. Gijs Gerritsen (z) (1838) - Dinant van Beek (1692)
3. Roelof Berkepeis (w) (1754) - Henk van Beek (1634) >> naspelen
4. Leon Stuij (z) (1666) - Bas van Beek (1714) >> naspelen
Voor Leon is dit zijn debuut .. spannend, spannend!
Bordje 1 een c3-Siciliaan van Akkersdijk, maar een erg rustige. Gijsje met de Zwartjes speelt rustig tegen d4. Roelof heeft Wit en speelt alsof hij Zwart is, maar de man-in-vorm vertrouw ik dat wel toe. Leon krijg ook een dame-gambiet tegen zich en knalt er snel wat theorie-zetjes uit! Opvallend : alle Lonneker-spelers staan RUIM achter in tijd, en dat al na een half uur, maar er staan dan ook enkele echt normaal menselijke stellingen op het bord…
Bord 1 : Wits voordeeltje is weg.
Bord 2 : Zwarts nadeeltje gehouden.
Bord 3 : euhmm euhmmm euhmmm ..
Bord 4 : Stuij doet prima zetjes en huppelt van links naar rechts en loopt ook nog ‘ns triomfantelijk rond!
20:54 Hoogtepunt van de wedstrijd! Gijs plopt een Fanta open, Bas van Beek reageert gelijk, rent naar de koelkast en pakt daarop een heerlijk BIERJTE! De psychologische oorlogvoering is gewonnen door Holten!
Rondje langs de velden : Akkersdijk begint erg goede zetten te doen, Gijs zit achter zijn bord alsof hij het allemaal NIET zo leuk vindt en morgen iets vervelends moet doen, Roelof chilt hem lekker en het is duidelijk zichtbaar dat hij een prettige stelling heeft! Leon, moeilijk .. wel gerokeerd, alleen stukjes niet ontwikkeld en de tegenstander heeft het tegenovergestelde.
Ow.. Akkersdijk lieve schat, kan dat allemaal wel wat jij doet?? Ik vind het maar wat spannend!
Nu is het de beurt aan Gijs om goede zetten te doen en dat DOET hij, Bam Bam, en de min is geen min meer volgens mij. In de tussentijd gebeurde er veel, effe ‘n tussenstandje: Erik staat straal verloren, Gijs max ‘n halfje, Roelof te moeilijk voor de mens! Leon ‘n klein plusje.
Het is ondertussen 22:50 en we spelen nog allemaal .. wat mooi!
23:00 We spelen allemaal nog steeds! Dan gebeurt er iets onverwachts. Akkersdijk combineert zich over-tussen-door, buiten-om en nog veel meer en wint op miraculeuze wijze. Een erg grote meevaller! Gijs remise, prima met de Zwartjes, Leon zet zijn tegenstander ineens mat, en uit het niks is de winst ineens binnen!! Hoppa hoppa!! >> speel Leons partij hier na.
Roelof blijft mooi heen en weer schuiven en staat verloren en ineens gewonnen, verloren, nee gewonnen, verloren, nee gewonnen, gewonnen .. uitslag remise!!! >> speel partij hier na.
3-1 : een prachtig resultaat tegen een leuk en goed team!!
.
.
-naschrift van de redactie-
Bord 1 : in bepaalde fasen van de partij wist Erik niet welk plan hij moest maken. Daarnaast deed hij ook wat onzuivere zet-volgordes. Nadat hij geruime tijd zijn stelling bij elkaar had weten te houden, en beide spelers nog maar een paar minuten hadden, vond Erik het tijd te gaan rommelen .. Zijn tegenstander dacht toen echter in het eindspel te kunnen winnen en had meer aandacht voor eigen h-pion-promoveren-of-mat dan voor Eriks vrije centrumpion .. Zo schwindlede Erik het punt.
Bord 3 : de hele partij keek Roelof de kat uit de boom, op zoek naar aanknopingspunten voor een aanval op de vijandelijke stelling, maar zijn tegenstander was ook zo’n struikrover en deed hetzelfde! Na twee uur spelen ofzo werd op dit bord pas het eerste stuk geslagen .. Het centrum werd toen ook nog eens door Roelof dichtgeschoven en er zat voor beide spelers lange tijd geen duidelijke (pion)breek-zet of aanval in. De heren kwamen natuurlijk in tijdnood en konden uiteindelijk niet meer noteren, maar deden het (soms) toch. Er was ergens een mat-in-2 voor Roelof, maar hij zag alle andere dingen wel en rook die wending alleen. Uiteindelijk bleek Roelof zelfs drie minuten gespaard te hebben, in een pionnen-eindspel met ieder een toren, waarna hij mocht vernemen dat het team reeds gewonnen had en dus dat de enige (vrij)pion, die Roelof uit de stofwolken had weten over te houden, niet perse hoefde te promoveren – wat theoretisch ook niet kon trouwens, Roelof .. Remise dus. >> speel deze partij hier na.
Bord 4 : in de opening was Leon al snel gaan rokeren en had een venijnige pion op b4 die in het vervolg echter moeilijk te dekken leek, maar de tegenstander had nog niet gerokeerd. In die middenspel-fase nam Leon terecht de tijd om te zien hoe zijn Lc8 in het spel moest worden betrokken en waarom .. de rest van de stukken zouden in het vervolg dan vanzelf hun plaats kunnen vinden. Leon liep zo al gauw behoorlijk achter op de klok, maar in het vervolg van de partij werd die balans hersteld, want Leon wist door actief en dreigend stukkenspel voordeel te krijgen. Nadat hij een remise-aanbod moest afslaan van onze teamleider, zette Leon de partij door naar winst. >> speel deze partij hier na
De schaakavonturen van Jokim in het seizoen 2014/5
[alle partijen in dit artikel kun je direct naspelen : ze bevatten aan het eind van de partij-notatie een link naar de pagina “Speel Partij Na” op deze site -red.]
In november 2006 verscheen in Het Blozende Paard (een ouderwets dik nummer) een artikel getiteld ‘Hoe te winnen bij -5’. Er waren zelfs twee artikelen met deze titel: in het kortere artikeltje door Walter werd namens mij aangekondigd dat de volgende Elfstedentocht in 2016 zou gaan plaatsvinden. Ten tijde van dit schrijven zijn de weersomstandigheden dusdanig extreem, aan de warme kant, dat volgens mij de winter zomaar een sterke vorst zou kunnen opleveren. Ik heb het even overlegd met Arno, en hij zegt dat het ook zomaar zou kunnen deze winter, maar hij zoekt de verklaring bij het fenomeen ‘zonnevlekken’. Nederland heeft immers een zeeklimaat en geen landklimaat zoals Spanje, dus de winters en zomers zijn niet op die manier onderling verbonden. Maar de huidige zonnevleksituatie schept wel de voorwaarden waarin een strenge winter mogelijk zou zijn, ook al is het alsnog sterk afhankelijk van andere variabelen. We wachten af!
In het artikel van negen jaar geleden probeerde ik uit te leggen hoe het toch kwam dat ik steeds won, terwijl ik eigenlijk objectief verloren had gestaan (“min vijf” volgens de computer dus). De bijbehorende statistieken waren dat ik 8 uit 11 had gescoord aan het begin van het seizoen 2006-2007, in plaats van 4 uit 11, tegen een gemiddelde rating van 1624 (ik had zelf 1786). In het externe seizoen 2014-2015 scoorde ik 11,5 uit 13 tegen een gemiddelde weerstand van 2025, terwijl ik normaal gesproken, op basis van mijn rating aan het begin van het seizoen (2029), tegen gemiddeld 2025 dus zo’n 6,5 à 7 uit 13 zou moeten scoren. Wederom een flinke, tot vrolijkheid stemmende marge dus, die me in een seizoen ruim honderd punten ratingwinst zowel bij de KNSB als bij de FIDE heeft opgeleverd.
Ik had in hetzelfde nummer aangekondigd dat ik wel binnen twee jaar de 2000 zou gaan halen (dus eind 2008) en dat werd in de praktijk april 2009. Mijn prognose was dat Zyon er drie jaar over zou doen, maar die had het eind 2007 al. En ik dacht dat Paul er vijf jaar voor nodig zou hebben (dus pas in 2011), maar die had in 2008 al ruim 2200. Zo zie je maar dat zelfs prognoses over redelijk korte termijn eigenlijk vaak maar klinkklare onzin blijken. Dat neemt niet weg dat mijn oude Elfstedentochtvoorspelling wel steeds aannemelijker aan het worden is, al is het alleen maar vanwege de immer waar blijkende wet van Appie.
Wat er sinds april 2009 is gebeurd, toen ik voor het eerst officieel 2000+ had, is niet helemaal duidelijk, want ik ben t/m de ratinglijst van augustus 2014 rond hetzelfde niveau blijven hangen. Niet dat 2000 zo slecht is trouwens, ik heb dat al die jaren wel een aangenaam speelniveau gevonden. Het afgelopen seizoen was dus opeens uitzonderlijk goed, en het is nog maar de vraag of ik het komende seizoen ook daadwerkelijk op 2100-niveau kan spelen. Wellicht was het toeval en zak ik weer terug richting de 2050.
De vraag in dit artikel is dus: wat was de meerwaarde van mijn spel waardoor ik vijf punten meer scoorde dan verwacht, zoals in het artikel van 2006 de vraag was: wat doe ik precies waardoor ik vier punten meer scoorde dan eigenlijk objectief gerechtvaardigd was. Of is het weer gewoon toeval?
Het eerste wat opgemerkt dient te worden, is dat ik gedurende het gehele seizoen geen -5 heb gestaan. Dat scheelt in de praktijk toch een hoop tegen sterkere spelers. Een goede stelling helpt best wel als je aan het eind van de partij een positief resultaat wil bijschrijven. Als je eigen stukken prima staan en de stukken van je tegenstander ietwat minder bewegingsvrijheid hebben, dan komt er vaak ‘als vanzelf’ een moment dat de tegenstander het subtiele gemanoeuvreer zat is, en, zoekend naar de bevrijding van de stelling, juist een misstap begaat.
Daarnaast speelde ik in de opening al niet heel theoretisch, zonder me daar al te veel zorgen over te maken, en berekende rustig “scenario’s” en niet al te concrete varianten. Gezien het succes ervan in de voorgaande partijen groeide m’n vertrouwen in de kansrijkheid van mijn eigen opzetjes, maar ik verloor nooit uit het oog dat mijn inschattingen objectief een stresstest niet zouden doorstaan. Maar voor één partijtje moest het steeds toch wel kunnen.
Mijn seizoen begon met een enthousiasmerende overwinning op Gerrit Visser, de speler die me aan het seizoen hiervoor het hardst van het bord gezet had. De partij verliep voor mij zeer aangenaam en het was ook wel gewoon mijn beste partij van het seizoen, en waar ik de rest van het jaar met plezier aan heb teruggedacht. Hij maakte een klein foutje waardoor ik een zeer klein initiatiefje kreeg, wat ik door zijn mogelijkheden in te perken maximaal uitventte en in korte tijd omzette in een heel punt. Die inperking was dan ook één van mijn grootste aandachtspunten toen ik aan de partij begon: tactisch had hij me helemaal dolgedraaid de partij ervoor. Daarom speelde ik wat bedachtzamer, nam steeds wat extra bedenktijd, en mijn aanvallende opzet was er niet eens zozeer op gericht om hard te winnen, maar meer om te voorkomen dat hij de stukken kon bevrijden en ons een eindspel in zou loodsen. In de praktijk leidde mijn aanpak tot een voor mij zeer bevredigende overwinning. Helaas vochten we als zevenmansteam kansloos tegen de bierkaai, ik had dus enkel een persoonlijke opsteker om mee naar huis te nemen.
Jokim – Gerrit Visser (2023) (27 september 2014, VAS – Lonneker 1, 5,5-2,5) 1. e4 c5 2. Pf3 Pc6 3. d4 cxd4 4. Pxd4 Pf6 5. Pc3 d6 6. Lg5 e6 7. Le2 Le7 8. O-O a6 9. Dd2 Dc7 10. Tfd1 Ld7 11. Tac1 b5 12. De3 Pe5 13. f4 Pc4 14. Lxc4 (diagram) 14…Dxc4. De zet waar m’n tegenstander niet zo tevreden mee was. 14…bxc4 houdt de stelling meer in toom. Nu heeft wit het type ‘beetje momentum’ waarmee gewerkt kan worden en het is het soort stelling waar zwarte foutjes onvermijdelijk erin sluipen. 15. e5 dxe5 16. fxe5 Pd5? 17. Pxd5 Lxg5 18. Dxg5 Dxd5 (diagram) 19. Pb3! Db7 20. Pc5 Da7 21. b4! Niet echt in mijn bekende directere stijl, maar ik was tevreden met het vinden van deze origineel ogende opzet. Zwart kan zich er niet zomaar uit worstelen. Als ik eerst op g7 had gepakt, was zwart er lang uit gerokeerd. Na het dekken van het paard moet alsnog de loper van d7 weg (21…Tc8 22. Txd7 Txc5 23. Txa7 helpt zwart niet). 21…Lc6 22. Dxg7. Nu is het pakken beter getimed. 22…Tf8 23. Td6 Ld5. Dit lijkt nog een beetje een poging om de stelling op orde te krijgen, en het was nog even uitkijken of zwart zich kon bevrijden. 24. Td1 Tc8 25. T1xd5 exd5 26. Te6+. Het is al voorbij. 1-0>> speel deze partij na
Bovenstaande partij was voor mij dus een zeer aangename aftrap van het seizoen, al had ik natuurlijk ook niet verwacht dat het daarna nog zo goed verder zou gaan. Ik nam er ook een aantal punten van mee die nuttig waren. Zo begon de totstandkoming van de overwinning al met de realisatie en bescheiden ‘bewondering’ voor hoe sterk de tegenstander is; ik was niet vergeten hoe mijn stelling in de partij ervoor was weggeblazen. Daardoor wilde ik dus juist de tactische mogelijkheden zo veel mogelijk in bedwang houden. Ik rekende dan ook niet met het oog op de tactische punchline, maar meer op die stelling na Pc5 Da7 b4 die de hele zwarte stelling lamlegde, ook al was er niet echt een directe winnende pointe aan verbonden. Die kwam daarna vanzelf, en extra hard ook nog eens. Ook had ik tijdens de partij enkele ‘timeouts’ genomen om een paar scenario’s goed door te rekenen en de implicaties ervan door te nemen (is dit wel écht goed voor wit, of speelt zwart zich er nog uit?), ook al leken de zetten voor de hand te liggen en zichzelf aan te bieden. Uiteindelijk had ik, zoals ik ook al aanhaalde in het artikel in 2006, het ‘geluk’ dat de stukken op de juiste plek vielen, maar dat bijvoorbeeld Ta8-c8 de dekking van de dame op a7 losliet, was niet geheel toevallig. Zwart worstelde op dat punt al om er nog iets van te maken. Daarnaast wist ik heel goed dat het geen perfecte partij was van begin tot eind, maar ook dat dat niet uitmaakte. In de opening had ik al wat terughoudende keuzes gemaakt die niet zozeer een voordeel op het oog hadden of ambitie uitstraalden (Le2, Tac1, De3 zijn stuk voor stuk discutabele zetten waarvan de validiteit terecht in twijfel mag worden getrokken). Wat meer telde was de energie die ik tot het eind van de partij rustig in de voortzettingen bleef pompen.
De partij in de tweede ronde was wat minder inspirerend. Ik speelde wederom met als insteek dat de tegenstander niet zo veel mogelijkheden zou moeten krijgen. Het was een beetje saai afruilen waarbij mijn intentie niet eens zozeer maximalisatie van m’n eigen mogelijkheden was, maar meer de inperking van de zwarte keuzevrijheid. En als er niet zo veel mogelijkheden zijn voor de stukken, leidt dat vaak tot wat minder geslaagde ideeën die nagejaagd worden. Een klein voordeeltje lang in bezit houden, als een soort balbezit in voetbal, is vaak eigenlijk wel meer dan genoeg, dan wordt de druk onhoudbaar en op een gegeven moment brokkelt het dan vanzelf wel af bij de tegenstander. Het is niet eens nodig echt goed te spelen als je een rustige stelling hebt; een beetje beter dan je tegenstander is vaak ook voldoende voor die kleine, subtiele sprong van remiseachtig naar winststelling. Zo verlies ik zelf – normaal gesproken dan – veel vaker: als mijn tegenstander al net ietsje beter staat en dan langzaam verder kan bouwen aan z’n stelling, terwijl ik enkel machteloos kan toekijken. Zie voor een voorbeeld hiervan mijn partij tegen Merbis hierna. Het team won vrij verdiend, onder andere door deze winstpartij. Hierdoor hoefden we ons niet al meteen zorgen te maken over degradatiescenario’s.
Jokim – Avni Sula (2023) (1 november 2014, Lonneker 1 – Caissa 3, 5-3) 1. e4 c5 2. Pf3 e6 3. d4 cxd4 4. Pxd4 a6 5. Le3 Pf6 6. Ld3 Pc6 7. O-O Dc7 8. Pd2 Pe5 9. Le2 h5 10. h3 d5 11. f4 Pc4 12. Pxc4 dxc4 13. Lf3 e5 14. Pe2 Lc5 15. Lxc5 Dxc5+ 16. Kh1 Ld7 (diagram) Na wederom een niet al te ambitieuze opening komt hier de eerste rare zet die ik invoegde. Mijn idee was om toch een beetje de balans te verstoren. Het leek me net ietsje prettiger om de witte pion op b4 te hebben dan op b2, ook al is het niet heel logisch en ook niet duidelijk wat het uiteindelijke effect in de partij was. Het aanbieden van zo’n dameruil is ook niet echt mijn stijl van spelen, maar zo kwam het nou eenmaal uit. 17. b4?! De7. Als 17…Dxb4 dan 18. fxe5, paard moet weg, en dan Tb1, dame moet weg, en dan Txb7. Hij kon dan overigens 18…Pg4 doen, maar dat maakte me niet zo veel uit, daar werd de stelling wat levendiger van en de stelling is na 19. Dd4 nog prima te overzien. 18. fxe5 Dxe5 19. Dd4! Dxd4 20. Pxd4 O-O-O 21. e5. Net dat ene – van tevoren ingecalculeerde – vervelende zetje waardoor zwart daadwerkelijk wat onprettige keuzes moet maken. 21…Ph7 22. c3 Pg5 23. Ld5 The8 24. Tae1 Lxh3 (diagram) De onrust veroorzaakt door hangende stukken, en het mogelijke verliezen van de pionnen op c4, f7 en g7, werd m’n tegenstander hier al te veel. 25. Lxf7 Tf8? 26. e6! Lxe6 27. Lxe6+ Pxe6 28. Pxe6 Txf1+ 29. Txf1. En het is al weer gepiept. De e-pion werd opeens heel sterk doordat het e5-zetje voor m’n tegenstander resulteerde in onhandige manoeuvres terwijl het voor mij juist wél handig en nuttig was. Het eindspel speelde ik vrij onhandig, maar voor de volledigheid volgt het hier zonder verder commentaar. 29…Td6 30. Pxg7 Td3 31. Tf3 Td1+ 32. Kh2 Ta1 33. a4 Txa4 34. Pxh5 a5 35. Tf4 b5 36. bxa5 Kb7 37. Pf6 Kc6 38. g4 Ta3 39. Pe4 Kd5 40. Pf6+ Ke6 41. g5 Txa5 42. g6 Ta7 43. Pe8 Ke5 44. Tf1 Ta6 45. Te1+ Kf4 46. g7 Th6+ 47. Kg2 Tg6+ 48. Kf2 b4 49. cxb4 c3 50. Tc1. Toevallig wel weer een stelling die meer leunt op het feit dat zwart niks nuttigs meer kan doen dan op een directe knock-out. 1-0>> speel deze partij na
Op m’n enige verliespartij tegen Max Merbis, een oude bekende van Willem Bulter van begin jaren 70 toen ze streden om het Twents kampioenschap, was amper iets af te dingen. Hij gaf meteen de pion terug in mijn nog altijd dubieuze maar te verleidelijke Fajarowicz-opening, eigenlijk dus niet objectief de sterkste aanpak, en daarna volgde een vrij subtiel duel. Ik schatte echter niet alles goed in, en had na (of al tijdens) de partij spijt van mijn te optimistische a7-a5, waar ik me beter nog een paar zetten op m’n ontwikkeling had kunnen concentreren. Deze partij benadrukte voor mij ook juist het belang van kalmte en inperking van de mogelijkheden, en dat je niet uit het oog moet verliezen dat de tegenstander ook best goed kan schaken en ervaring heeft op het tweedeklasseniveau – niet niks. Hij tikte me eenvoudig weg, op een manier zoals me dat overigens wel vaker gebeurt. Ik kwam niet echt meer in het stuk voor en was nog slechts een speelbal van de rustig opgezette plannen van wit. De rest van het seizoen was dat dus ook een van mijn belangrijkste aandachtspunten: in het vooruit al zorgen dat de eigen stelling goed genoeg blijft zodat ik geen speelbal word van welk lot m’n tegenstander dan ook voor me in gedachten heeft. Dat ging overigens ook maar met wisselend succes. Ik probeerde in elk geval te voorkomen dat m’n eerste zet, zodra ik het in het middenspel niet meer wist, a4/h4 of a5/h5 zou zijn.
Over mijn enige verliespartij van het seizoen heb ik verder eigenlijk vrij weinig te zeggen, ook al was het vrij subtiel op het begin. Ik probeerde te voorkomen dat hij Ta1- d1 met initiatief kon spelen, en ervoor te zorgen dat die zet hem juist een zetje zou ‘kosten’. Dat gedeelte kwam ik wel aardig door, maar ging vervolgens kapot. Wellicht had ik juist wél al vroeg dames moeten ruilen en hem daarmee gratis zet Ta1xd1 moeten gunnen. Dat is het type inschattingen waarmee ik nog altijd moeite heb om tot een gefundeerd oordeel te komen. Het komt uiteindelijk vaak toch aan op het gevoel van dat moment. We verloren als team kansloos en het lijkt me dat HWP Haarlem verdiend kampioen geworden is, ook al won Gijs naast mij een klassepotje.
Max Merbis (2103) – Jokim (22 november 2014, HWP Haarlem – Lonneker 1, 5,5-2,5) 1. d4 Pf6 2. c4 e5 3. dxe5 Pe4 4. a3 d6 5. Pf3 Pc6 6. Pbd2 Pxd2 7. Lxd2 dxe5 8. Lc3 f6 9. Dc2 Le6 10. e3 Dd7 11. b4 Df7 12. Pd2 Le7 13. Le2 O-O 14. O-O a5? 15. c5 g6 16. f4 exf4 17. exf4 Tad8 18. Db2 Ld5 19. Tae1 Pb8 20. f5 g5 21. Lf3 Td7 22. Te3 b6 23. cxb6 cxb6 24. Tfe1 axb4 25. axb4 Ld8 (diagram) 26. Te6! Er is hier al geen houden meer aan. Wit heeft op rustige, afwachtende wijze mijn opties drooggelegd en klopt nu nadrukkelijk op de deur. 26…Lxf3 27. Pxf3 Td5 28. g4 Pd7 29. Ld4 b5 30. Kg2 Pb8 31. Lc5 h5 32. h3 Pd7 33. Lxf8 Pxf8 34. T6e4 h4 35. Db3 Kg7 36. Td4. En aangezien ruilen geen optie is met een kwaliteit minder, en de pion op b5 die valt, ging ik dan maar zo verder, maar het had verder helaas geen deugdelijke pointe: 36…Dc7 37. Dxd5 Dg3+ 38. Kf1 Lb6 39. Ke2 Dg2+ 40. Kd3 Lxd4 41. Kxd4 Db2+ 42. Kd3 1-0>> speel deze partij na
Mede dankzij de ‘lessen’ die ik meenam uit deze verliespartij, voor zover je nog kunt leren na al die jaren schaken, won ik hierna vijf partijen op rij, die overigens wel van wisselende kwaliteit waren. Ik denk dat ik ze wel met een goede intensiteit speelde. Drie partijen won ik voornamelijk door de prominente rol van vrijpionnen, en in de andere twee winstpartijen maakte ik gretig gebruik van directe tactische blunders. Vervolgens wachtte de sterke David Slagter in de KNSB-beker. Ik had ten eerste al het geluk dat hij vergeten was dat hij die avond moest spelen. Robin moest ‘m even bellen om hem te vertellen dat hij te laat was. Hij kwam vervolgens wel meteen, maar moest beginnen met een half uur achterstand, en in de bekercompetitie was het speeltempo ook al ietsje korter. Daarnaast had ik het voordeel dat ik geen schoolverplichtingen had, waardoor ik al het een en ander bekeken had van het hele Groninger team. Ik had dus een beetje een idee van zijn spelopvatting, ik wist dat hij sterk was, en dat hij Frans speelde. Ik was samen met Arno gereisd en ruim van tevoren aanwezig, en toen hadden we ook al wat openingsideeën doorgenomen. Mijn 2. exd5 was duidelijk door Arno geïnspireerd, alsook het idee om snel Pe5 te spelen, ook al had Arno me het gunstige van die manoeuvre laten zien in een heel andere opening. Ik had daarnaast ook nog het geluk dat David wat slordig 6…c6 speelde, in plaats van het meer gangbare …Pe7. Ondanks al deze punten die in mijn voordeel werkten, is hij alsnog gewoon sterker dan ik en een redelijk gewiekste speler, en had ik tijdens al het gemanoeuvreer nooit concreet voordeel. David dacht nog eens een half uur na en toen stond ik een uur voor in tijd, maar dat hielp nog steeds niet op het bord. Ik speelde wederom nadrukkelijk op het beperken van de vrijheden van het beest, en om de rust in eigen kamp te bewaren, terwijl het steeds concreter gevaarlijk werd voor me. Uiteindelijk ruilden we dames en ging z’n stelling over de kop door de steeds groter wordende tijdsdruk, en door een venijnig vrijpionnetje. Ondanks veelbelovende stellingen bij Fabian en (vooral) Timo verloren we helaas met 3-1 van het sterkere team, terwijl er nog een poos hoop leek op tenminste een snelschaakverlenging van het bekeravontuur.
Jokim – David Slagter (2194) (20 maart 2015, Groninger Combinatie – Lonneker (beker), 3-1) 1. e4 e6 2. d4 d5 3. exd5 exd5 4. Pf3 Ld6 5. Ld3 Lg4 6. O-O c6 7. De1+. Ontpent het paard! 7…Pe7 8. Pe5 Le6 9. f4 Db6 10. Df2 Lf5 11. Lxf5 Pxf5 12. c3 Pd7 13. Pd2 h5 14. Pdf3 Pf6 15. Pg5 Tf8 16. Dc2 g6 17. Kh1 Dc7 18. b4 O-O-O 19. a4 Pg4 20. Dd3 Tde8 21. Pgf3 Tg8 22. Ld2 Kb8 23. Tae1 Pfh6 24. h3 Pf6 25. Pg5 Te7 26. c4 dxc4 27. Pxc4 Txe1 28. Lxe1 (diagram) M’n constructieve ideeën waren hier al een tijdje op. De enige motiverende reden van 26. c4 was om hier 28…Lxf4? 29. Txf4 Dxf4 30. Lg3 te kunnen spelen. 28…Pf5 29. Pe5 Lxe5 30. fxe5 Pd5 31. g4 hxg4 32. hxg4 De7 33. Ld2 Th8+ 34. Kg1 Ph6 35. b5. Hier had ik wilde ideeën met 35…Pxg4 36. Txf7 Dxf7 37. Pxf7 Th1+ 38. Kg2 Th2+ 39. Kg3 Th3+ 40. Kxh3 Pf2+ 41. Kh4 Pxd3 42. Kg5, ook al leidde het tot niks. 35…Dd7 36. Dg3 Dxg4 37. Dxg4 Pxg4 38. Txf7 cxb5 39. axb5 Pc7? 40. e6! Te8? Wederom een sterke vrijpion die de balans breekt na een gespannen manoeuvreerpartij. 41. Lf4 Tc8 42. Lxc7+ Txc7 43. Tf8+ Tc8 44. e7 Pf6 45. Txf6 Kc7 46. Tf8 1-0>> speel deze partij na
Ik had ook flink wat meezitten in m’n partij op de dag erna (na een korte overnachting in Pauls kamer in Groningen) in Meppel tegen Fokke Jonkman. Eigenlijk elke keer dat hij er is, moet ik tegen hem spelen (ik heb daarbij overigens altijd wel oké gescoord). Hij was dit seizoen net als ik prima in vorm in poule 2A en scoorde daarbij uiteindelijk 8 uit 9. Na de vrij geniaal ingevoegde manoeuvre Kg1-g2-g3, volgens mij terecht in het verslag van de tegenstander beschreven als ‘Carlsenesque’, stond ik plotseling heel erg verloren op het bord en moest ook nog werken onder flinke tijdsdruk. Ik raakte dus wel redelijk in paniek, m’n koning stond in de knel en daardoor ook de hele stelling, ik stond een pion achter en het was alleen maar ellendig. Met m’n ‘goede vorm’ perste ik er toch nog wat taai tegenspel uit, en nadat hij een sterke voortzetting miste met 41. f6, wikkelde ik het toch – zeker voor mijn doen – redelijk koel af naar een remisepionneneindspel, eigenlijk de enige reddingsboei die ik daarvoor had kunnen ontdekken, dus dat was mooi meegenomen. Helaas hielp het niet voor het team. Op de tafel naast me hield onze clubkampioen Mart grootmeester Dennis de Vreugt de hele middag bezig, maar moest uiteindelijk toch een nul slikken.
Fokke Jonkman (2039) – Jokim (21 maart 2015, MSV – Lonneker 1, 5-3) 1. c4 e5 2. Pc3 Pf6 3. Pf3. Hier moest ik al even flink denken en me achter de oren krabben, want mijn van tevoren geplande 3…Pc6 4. g3 b6 5. Lg2 Lb7 zou worden gevolgd door 6. Pxe5, dus ik bedacht maar iets compleet anders. Gelukkig had ik dan wel het zelfvertrouwen uit eerdere partijen dat je prima op het begin wat tijd kunt investeren, en het alsnog niet weten, zonder dat je je daar al te druk over hoeft te maken. 3…d6 4. d4 exd4 5. Pxd4 Le7 6. e4 Pc6 7. Le2 Pxd4 8. Dxd4 O-O 9. b3 c6 10. Lb2 Pe8 11. O-O Da5 12. Dd2 f5 13. exf5 Lxf5 14. a3 Lf6 15. b4 Dc7 16. g4 Lg6 17. g5 Ld8 18. f4 Df7 (diagram) Hoewel het er allemaal nog niet heel overtuigend uitzag, was ik wel tevreden met deze opzet, maar had net als tegen Merbis, toen ik ook m’n dame naar f7 dirigeerde, niet echt een idee hoe verder. Dat bleek gauw. 19. Tae1 Df5 20. Kg2! Tc8 21. Kg3!! Dreigt Lg4. Gewoonweg prachtig gespeeld van wit. 21…Dc2 22. Dxc2 Lxc2 23. Lg4 Tc7 24. Le6+ Kh8 25. h4 Lg6 26. Kg4 Te7 27. f5 Lf7 28. Lxf7 Texf7 29. Te6 Kg8 30. Pe4 d5 31. cxd5 cxd5 32. Pd6 Pxd6 33. Txd6 Te7. Ik hing hier al een tijdje ‘in de touwen’ met een slechte koning en dreigend pionverlies, maar vond hier wel een paar plausibele zetten. 34. Txd5 Te2 35. Le5 Lb6 36. Ld6 Td8 37. Tfd1 Te4+ 38. Kf3 Te3+ 39. Kf4 Txa3 40. Le5 Tc8 41. Td7? Na 41. f6! volgen er nog benauwde momenten die ik waarschijnlijk niet remise had kunnen houden. 41…Tc4+ 42. Ld4 Txb4 43. Txg7+ Kf8 44. Td7 Taa4! 45. Ke5 Txd4 46. T1xd4 Lxd4+ 47. Txd4 Txd4 48. Kxd4 a5! Dit had ik zoals gezegd eigenlijk als enige remiseroute ingeschat. De witte koning kan niet via e5, f6 de witte promotie ondersteunen en kan ook nooit de zwarte pionnen ophalen. 49. h5 a4! De pion is gewoon te dekken met b7-b5. 50. h6 Kf7 51. Kc4 b5+ 52. Kb4 Kg8 53. g6 hxg6 54. fxg6 Kh8 1/2-1/2>> speel deze partij na
Tegen Frank van Tellingen in de laatste ronde kreeg ik weer wit, zoals tegen al m’n zwaarste tegenstanders (thx Robin). Wederom had ik het kleine voordeel dat ik al voor de partij een beetje wist wat voor type speler hij is. Ik speelde rustig aan een opening die ik in de ochtend al had overwogen, maar nog even wilde narekenen achter het bord, en probeerde me niet van de wijs te laten brengen. Verder had ik het geluk meezitten dat zijn aanval nooit echt gevaarlijk kon worden en dat hij daardoor nooit echt het gevoel had dat hij lekker in de partij zat. Ik verknoeide het weer eens in de afwikkeling naar het eindspel, en na 31…La4 begon de partij – bij wijze van spreken – opnieuw, of op z’n minst het gevecht om het voordeel. Ik was echter niet heel erg van slag omdat ik rustig naging dat hij alsnog waarschijnlijk z’n loper zou moeten geven en daarna nog flink wat zou moeten vechten om remise eruit te slepen. Hij ging toen al snel in de fout doordat hij dacht op mat te spelen terwijl het geen mat was. Die cadeautjes horen ook bij een fantastisch seizoen, anders was het een wat normaler seizoen geweest. Als team hadden we ons al veilig gespeeld, en we verloren wederom zonder al te veel kans te maken op meer. Vooral de verliespartij van Boris tegen de topscorer van de klasse die op bezoek was, Maaike Keetman, was al in de opening leuk, en helaas voor ons haar vervolgaanval fraai.
Jokim – Frank van Tellingen (2249) (25 april 2015, Lonneker 1 – De Waagtoren 1, 3-5) 1. e4 c5 2. Pf3 d6 3. d4 cxd4 4. Pxd4 Pf6 5. Pc3 a6 6. Lc4 e6 7. Lb3 Pbd7 8. De2 Pc5 9. Lg5 Le7 10. O-O-O Pxb3+ 11. axb3 Da5 12. f4 Ld7 13. Kb1 h6 14. Lh4 g5 15. fxg5 hxg5 16. b4! Een nuttig zetje. 16…Dxb4 17. Lxg5 Tc8 (diagram) 18. Df1! Ook een handig zetje. Df2 en Df3 hebben zo hun problemen vanwege zwarts mogelijkheden om Pg4/Pxe4 te spelen. 18…Pg4 19. Lxe7 Txc3 20. Lxd6 Dxd6 21. Pf5 Db4 22. Pd6+ Kd8 23. Pxf7+ Kc8 24. De1! Niet 24. Pxh8? Txc2! Zo listig is de stelling nog. 24…Tf8 25. Dxc3+? Dxc3 26. Pd6+ Kc7 27. bxc3 Pf2. Niet de beste voortzetting. 25. Td3! was erg goed volgens de computer, maar houdt het nog een paar zetten vrij ingewikkeld en dat had ik gewoon niet beoordeeld als iets gunstigs. Nu wikkelen we af naar een eindspel dat opeens vele malen listiger is dan ik had ingeschat. 28. e5 Pxh1 29. Txh1 Tf2 30. h4 Txg2 31. h5 (diagram) 31…La4!! Het geluk voor mij was dat ik het omspelen via a4 compleet niet aan had zien komen. Daarom speelde ik naïef de h-pion op. Als ik het had opgemerkt voordat hij deze zet deed, was ik wellicht enorm in de war geraakt en had ik bijvoorbeeld hiervoor al de koning verzet, en dat was me niet ten goede gekomen. 32. Ka1?! Lxc2 33. Pe8+. Door éérst Ka1 te doen, kon ik dit schaakje invoegen na Lxc2, was het idee. 33…Kc6 34. Pf6 Kc5 35. Th4 a5 36. h6 a4 37. h7 a3. Terwijl ik de dame pakte, gaf hij soort van op. 1-0>> speel deze partij na
Veel partijen werden me in de schoot geworpen door zelf rustig te spelen. Ik vond het vaak ook helemaal niet erg om niet per se op winst te spelen. Ik stelde me tevreden met manoeuvreren in remiseachtige stellingen, met het meer spelen op kleine dingetjes dan daar noodzakelijk meteen een concrete winnende truc aan te verbinden, zolang m’n eigen stelling maar in leven bleef. Ook heb ik me met dat rustige type spel door een redelijk aantal benarde stellingen heen gespeeld.
Misschien dat mijn reputatie (voor zover ik die heb) als snelle tacticus ook wel enigszins geholpen heeft ten opzichte van het seizoen hiervoor. Ook al zijn snelle tactische wendingen me ook wel zeer zeker van dienst geweest. Zie daarvoor de diagrammen in het volgende artikel op deze site: Jokims trucjesopgaven.
De analyses van mijn partijen zijn overigens vrij oppervlakkig, maar het type partijen en diagrammen is toch wel beduidend anders dan het soort tactisch dubieuze ongein die ik behandelde in 2006, ook al komen dat soort dingen alsnog wel voorbij in de varianten en scenario’s die ik overweeg als ik een stelling ‘objectief’ probeer te beoordelen. Wat me wel steeds duidelijker wordt is dat die objectiviteit in schaken meer iets subjectiefs is – het gaat erom wat op dat moment prettig voor jou uitvalt en wat niet zo prettig lijkt voor de tegenstander. Zolang de tegenstander daar ook in gelooft, gaat het de goeie kant op voor je.
Houd in elk geval rekening met de kans op schaatsen deze winter, en wellicht tot het zomernummer van Het Blozende Paard van het jaar 2024, waarin ik mijn eerste IM-norm van analyses voorzie, Mart en Gijs FM zijn, en Paul nog altijd probeert van z’n CM-titel af te komen.
Jokim van den Bos
(met dank aan Willem Bulter, Arno van Akkeren en Vincent Rothuis voor correcties en commentaar)
Het klinkt niet heel spannend de eerste ronde van de SBO-cup op een maandagavond uit naar Nijverdal. Maar bekerwedstrijden zijn altijd bijzonder wedstrijden en ze hebben altijd iets speciaals. Met onze bekerwinst van vorig jaar nog vers in het geheugen en met veel vertrouwen in titelprolongatie mochten we gelijk tegen de op papier misschien wel sterkste tegenstander in de SBO-cup. Maar gelukkig zijn er bekende cliches zoals: “de wedstrijd wordt niet gespeeld op papier” en “we moeten van onze eigen kracht uitgaan” waardoor we ons gesterkt voelden. Met Boris die dit seizoen nog niet had verloren in Nederland, Wennink die al 20 partijen op rij niet heeft verloren, Bulter die extern ook nog niet heeft verloren en ikzelf met nog 100% tegen mensen met een lagere rating moest dit allemaal helemaal goed gaan komen. Voor dit superviertal dat in de KNSB-beker al glorieus met 4-0 heeft gewonnen moest dit gewoon “another bisquit” zijn.
Met de turbobolide die ik van mijn moeder had geleend mocht ik iedereen ophalen. In de auto werd er al wat voorbeschouwd en werd de WK-match besproken. Zonder problemen arriveerden we in Nijverdal. Daar moest ik net zoals de teamleider van de tegenstander nog eerst de opstelling opschrijven onder het motto van goede voorbereiding. Nadat deze waren uitgewisseld waren onze tegenstanders bekend. Boris Mocht tegen de sterkste speler Johan op den Dries. Willem speelde Matthew Johnson en was licht favoriet. Mart speelde tegen Etien Alssema en was ook licht favoriet. Ik mocht tegen het tricky jeugdtalentje Oseb Merkon op papier was ik favoriet, maar jeugdtalentjes zijn nog wel eens underrated.
Mart kwam al vrij snel goed te staan. Hij won een loper tegen een pion na een zet of 15 en toen was het aan hem om dit uit te spelen. Ik speelde met zwart en wist nog net dat de opening van mijn tegenstander Engels heette, maar dat was ook wel weer alle openingskennis die ik had. Ik wist de opening te overleven en kwam in een eindspel met dame 2 toren 6 pionnen voor beide spelers. Willem stond wel prima en over de stelling van Boris kon ik ook nog niet zoveel zeggen.
Wennink was even later in een eindspel beland met een toren een loper en 3 pionnen terwijl zijn tegenstander slechts een toren en 2 pionnen had. Ik had ondertussen door actief te spelen een goede stelling bereikt en mijn tegenstander bood remise aan. Dit sloeg ik af alleen de zet daarna was een enorme blunder. Mijn tegenstander kon met een torenoffer mat in 3 geven. Gelukkig had hij dit ook niet gezien. Een zet later had hij na wederom een blunder van mij mijn dame kunnen winnen door zijn andere toren te offeren. Dit zag hij gelukkig ook niet. 4 zetten later had ik weer een solide stelling bereikt en kon ik bezig gaan met matzetten. Ik won eerst een toren en even later was het mat. 1-0 voor Lonneker.
Een rondje langs de borden leverde een prognose van een 2,5-1,5 overwinning op. Boris stond zwaar onder druk. Willem had zijn prima stelling niet om kunnen zetten in een voordeel maar stond gelijk en Mart was aan het winnen. Dit gebeurde ook niet veel later en zo was het 2-0. Dus mijn gedachte was “Nothing on the hand, said old shedderhand.”
Maar Old Bulter probeerde op winst te spelen en verloor op een gegeven moment de kwaliteit en het was maar de vraag of hij de stelling kon houden. Boris was ondertussen ook niet onder de druk uitgekomen en zijn tegenstander wist alles te ruilen zodat hij een toren en een pion tegen een loper overhield. Dit bleek helaas voldoende voor de winst en zo werd het 2-1. Willem verloor niet veel later ook zijn partij en zo werd het 2-2.
De SBO-cup kent geen verlengingen, maar gaat gelijk over naar penalty`s of te wel snelschaken. Het spannende affiche kreeg nu een machtige apotheose. Ik had geluk, het voordeel van tegen een jeugdtalentje spelen is dat deze doordeweeks vroeg naar bed moeten. Mijn tegenstander was dus niet aanwezig in de speelzaal en zo stond Lonneker al met 1-0 voor. Maar we waren er nog lange niet, want door de verdeling van de punten bij de normale partij zou Nijverdal genoeg hebben aan 2-2 bij het snelschaken. Nadat ik toestemming had van de wedstrijdleider om te filmen begon het snelschaken.
Boris kreeg een eindspel met beide een toren en 6 pionnen zijn pionnen structuur was wat slechter en hij kwam een pion achter, maar zijn tegenstander kwam in zet dwang en uiteindelijk had Boris zelfs een pion meer en besloten ze tot remise met nog 40 seconden op de klok allebei. Toen ik daarna bij Mart ging kijken kreeg hij net een paardvorkje op zijn koning en dame tegen. Dus toen was alle hoop opeens gevestigd op Bulter die gelijk stond en moest winnen. Alleen Bulter besloot net remise aan te bieden. Als zijn tegenstander dit aannam dan was het afgelopen. Gelukkig nam hij het niet aan. Toen vertelde ik Willem dat hij moest winnen. Bulter voelde de druk en gaf uit het niets een toren weg. Ook daarna speelde hij rommelig en hij besloot nogmaals remise aan te bieden. Als zijn tegenstander het aannam dan was onze bekerdroom wederom verloren.
Gelukkig sprak de tegenstander van Willem niet zo goed Nederlands en hij had schijnbaar niet meegekregen dat remise voor hem voldoende was en hij speelde verder. Willem ging een paar keer op en neer met zijn koning. Ik stond aan de verkeerde kant dus ik kon de tijd niet zien. Zijn tegenstander won een stuk en dit zorgde ervoor dat hij een zet later mat kon zetten. Echter toen hij met dit geslagen stuk de klok in drukte ging dit mis. De zeven seconden die hij had liepen voorbij en Willem die nog geen zet had gedaan claimde de partij in plaats van een zet te doen en mat in een te gaan. Er was enige consternatie, maar uiteindelijk moest iedereen conluderen dat Lonneker had gewonnen met 2,5-1,5.
Zo zwijnden Bulter en Lonneker behoorlijk, maar ach wat maakt het uit we zijn weer een rondje verder. Nu afwachten of de volgende ronde ook zo`n spectakelstuk wordt.
Gijs
E.N.O – Lonneker 2-2 1,5-2,5
Johan op den Dries – Boris Tsoukkerman 1-0 1/2-1/2
16 Mei 2014: een belangrijke dag in de geschiedenis voor Lonneker. Na een spannende halve finale, wacht ons net als vorig jaar de finale tegen WSG. Vorig jaar lootten we helaas uit, waar we dit jaar het thuisvoordeel hadden. WSG is duidelijk de favoriet. Hun opstelling is normaalgesproken: 2100, 2000, 1900, 1900. De voortekenen waren goed, want Lonneker 2 had in de competitie op de eerste vier borden tegen WSG 3 maarliefst anderhalf punt gehaald. Dus tegen WSG 1 moet het helemaal een makkei worden.
Na partijen te hebben gevonden van Funke, Lösing, Krosenbrink en Te Sligte (de vermoedelijke opstelling) voelde ik me zelf al wat zekerder van onze kansen. Onze opstelling, gemaakt door Robin, stootte van te voren al wel op enige tegenstand bij een aantal van de kandidaten… Hoe het ook zei: we gingen er van uit dat Roelof op bord 1 eventueel kon stunten, Melle en Boris puntjes op 2 en 3 pakten en Erik een soepel halfje.
Dan nu over tot de orde van de dag. WSG kwam in een opstelling die geen van ons had verwacht en zeker niet de sterkste was. Toch was het met 2000, 1800, 1900 en 1900 zeker geen misselijk team. We zullen dus flink aan de bak moeten. De loting (WSG heeft wit op het 1e bord), was ook niet geheel in ons voordeel aangezien Melle liever zwart heeft, Roelof met wit misschien wat betere kansen heeft, Boris met wit kan vlammen en Erik met zwart ook lekker achteruit zou kunnen leunen.
Na een paar zetjes stond het zo:
1. Roelof speelt d6 en e5 op wits d4 en c4 en staat wat onduidelijk. Theorie lijkt het al lang niet meer te zijn.
2. Melle speelt zijn gebruikelijk systeempje met pf3 en d4 en c4 en is een beetje aan het chillen.
3. Boris speelt aljechin, heeft wat minder ruimte, maar positioneerd zijn paarden wel goed
4. Ik kreeg Frans tegen en omdat ik de Paul variant toch nog niet goed ken heb ik maar afgeruild.
Al snel lijkt de positie van Roelof wat minder te worden. Hij heeft nog niet gerokeerd en komt al aardig onder druk te staan. Melle en zijn tegenstander ruilen wat stukken, Boris wint een pion maar moet nog meer ruimte prijs geven. Zijn tegenstander heef t 2 lopers en hij 2 paarden. Mijn tegenstander heeft door c5 te spelen een geïsoleerde d pion gekregen. Misschien een mogelijk target in een eindspel…
Roelof’s stelling explodeert als zijn tegenstander niet nauwkeurig heeft gespeeld en een dame moet offeren tegen 1 stuk en later nog een stuk. Het is niet helemaal duidelijk of Roelof de nog steeds doorgaande aanval kan trotseren of niet. Melle krijgt ondertussen een remise-aanbod, maar wacht nog even. Boris lijkt bij nauwkeurig spel misschien een klein voordeel te hebben. Na afwikkeling lijkt het bij mij ook meer en meer in remise te stranden. Ik krijg ook een remise-aanbod. Na overleg met Melle was dit onze verwachting: Roelof verliest misschien, Boris wint hopelijk. Bij snelschaak schatten we onze kansen wel wat beter in dan bij de lange partij. We besluiten beide het aanbod aan te nemen. Een beslissing die Fritz later onderschrijft.
De spanning stijgt. Roelof’s kansen lijken te groeien, hij heeft nu een Dame en een pion tegen een toren en een stuk. Als hij iets nauwkeuriger had gespeeld had hij nog een kwal meer gehad, maar dit lijkt bij goed spel toch wel winbaar. Boris komt toch wat in de problemen. De pionnen van zijn tegenstander rukken op op de damevleugel en de lopers van zijn tegenstander worden beter.
De tijd begint te dringen. Alle spelers hebben al snel nog minder dan 10 minuten op de klok. Boris moet helaas vluchten in een eindspel waar hij 2 pionnen tegen een loper heeft, waarvan een dubbelpion. Het eindspel is 5 pionnen en een loper tegen 3 pionnen en 2 lopers. Dit lijkt op het eerste gezicht te keepen bij nauwkeurig spel. Roelof zet door en wint! Nu lag het lot van de beker voor het eerst van de avond alleen nog in de handen van Boris. Met minder dan 3 minuten op de klok is de spanning om te snijden. De wedstrijdleider (Gijs) meldt zijn tegenstander (Ronald) dat hij mat in 3 gaat zetten, zodat hij de taak van wedstrijdleider volledig op zich kan nemen. Na een spannend slot weet Boris de juiste zetten toch niet helemaal te winnen en moet zijn loper afruilen tegen een loper van zijn tegenstander. Het eindspel wat volgt is verloren en helaas eindigt het toch in 2-2. SNELSCHAKEN!
Van te voren heeft Gijs er maar even het reglement bij gepakt (op zijn telefoon). Het blijkt dat als snelschaken ook in 2-2 eindigt, Lonneker zou winnen omdat we het op de hoge borden beter hebben gedaan. Zo begon Lonneker met verwisselde kleuren aan de sudden death, om een uur of 12. Penalty’s….
Ik was als eerste klaar. Met zwart kreeg ik een goede stelling na caro-kann uit de mouw te hebben geschud. Met een pion meer en nog enkele andere van deze units onder vuur leek het de goede kant op te gaan tot ik zet miste. Een ouderwetse vork bracht me van mijn apropos en moest helaas het onderspit delven. Dit was natuurlijk niet ingecalculeerd aangezien ik mezelf doorgaans wel een snelschaaktalent noemen. Roelof’s tegenstander wilde bewijzen dat hij toch echt goed kan schaken en kwam binnen op Roelof’s koningsvleugel. Hoe de partij daarvoor is gegaan heb ik niet kunnen zien. Een paar pionnen later moest ook Roelof capituleren. 2-0 achter, dit ziet er niet goed uit. Melle en Boris moeten dus allebei winnen om de Cup binnen te slepen. De tijd tikt en alle spelers hebben minder dan een minuut. Boris heeft 40 seconden en zijn tegenstander 20. Melle heeft 20 en zijn tegenstander 40. Boris staat goed en Melle gelijk. Melle is dit natuurlijk wel gewend en zet zijn tegenstander onder druk met snel en aanvallend spel.
Het lijkt erop dat Melle het tijdsverschil wat kan verkleinen. Boris staat ondertussen straalgewonnen maar moet daarentegen wat tijd prijsgeven. Het lukt Melle om de 2e rij van zijn tegenstander te bezetten met Dame en Toren, dit ziet er goed uit, maar met minder dan 15 seconden kan alles gebeuren. Melle’s tegenstander blijkt niet goed bestand tegen de druk van de tijd en mist dat Melle mat probeert te zetten. Met nog 2 seconden op de klok lukt het Melle dan ook om de beslissende zet te doen!
Bij Boris is het eigenlijk alleen nog maar een kwestie van stampen stampen stampen. Hij staan een puntje of 30 voor maar dat telt allemaal niet in tijdnood. Een zet, nog een zet. Wat stukken die omvallen en de tijd van zijn tegenstander gaat naar beneden. De klok van zijn tegenstander staat nu op 0 waar Boris nog 5 seconden op de klok heeft staan. Ziet hij het? De omstanders mogen hem hier natuurlijk niet op wijzen. Met nog 2 seconden op de klok claimt hij toch de winst! Een luide brul galmt door het ijsclub gebouw!!! Kampioenen!!!!!! Door het oog van de naald, maar dat maakt allemaal niet uit. Winnen is winnen. Niet gek voor een 2e team! Na het overhandigen van beker (die eigenlijk nooit weg is geweest uit Enschede/Lonneker) werden de nodige overwinningsbiertjes geopend en werd er nog gezellig nagepraat.
2. Melle Edens (1888) – Arent Luimes (1860) : ½ – ½ (1-0)
3. Boris Tsoukkerman (1946) – Bert te Sligte (1906): 0 – 1 (1-0)
4. Erik Akkersdijk (1838) – Gerard Harbers (1907) : ½ – ½ (0-1)
Lonneker wint, omdat na gelijkspel naar het resultaat van de normale partijen wordt gekeken, waarbij het 4e bord niet meetelt. Als dit ook gelijk is wordt er naar het resultaat gekeken waarbij het 3e bord wegvalt. Omdat Roelof op bord 1 wint, heeft Lonneker dus gewonnen.